Onderwijs Ontwerpcyclus Zuyd (DC4E)

De 8 stappen van de ontwerpcyclus

Om tot een onderwijsontwerp voor modulair onderwijs binnen Zuyd te komen, zal een docent, bij voorkeur in een ontwerpteam waarin ook werkvelddeskundigen zitting hebben, een aantal stappen moeten doorlopen. Die reeks van stappen is de ontwerpcyclus en de (in het onderwijs) oudste poging die te beschrijven wordt ADDIE (Van Strien, 1986) genoemd. Andere bekende ontwerpmodellen die binnen het HBO gebruikt worden zijn het 4C/ID-model van Van Merriënboer (Van Merriënboer, Kirschner, 2007), of het spinnenweb van Van den Akker (2003). Vaak heeft een oplossing een voorlopig karakter ‘(het hoeft niet meteen perfect te zijn’) en is er is ruimte voor verbetering.

De ontwerpcyclus van Zuyd heeft een cyclische en iteratief karakter. Dit  illustreert dat na oplevering van de module (‘het product’) de ontwikkeling blijft doorlopen. Elke stap in de cyclus wordt minimaal eenmaal gezet, maar voortschrijdend inzicht kan er voor zorgen dat men teruggaat naar een eerdere stap in de cyclus. Het doorlopen van een stap kan meer (bijvoorbeeld bij een initieel ontwerp) of minder tijd (bijvoorbeeld bij doorontwikkeling of herontwerp) in beslag nemen.

De ontwerpyclus is vooral ontwikkeld om het (her)ontwerpen van traditioneel contactonderwijs naar ‘blended learning’ te ondersteunen en is daartoe verrijkt met een aantal elementen, zoals overzichten van technologische tools, die dit proces kunnen ondersteunen. De ontwerpcyclus bestaat uit een achttal stappen waarbinnen verschillende taken uitgevoerd worden.

Bij het vormgeven van blended onderwijs wordt gebruik gemaakt aan een diversiteit van digitale onderwijstools oftewel technologieën die de student en/of docent kunnen ondersteunen in het leerproces. Het aanbod van deze tools is enorm en de mogelijkheden tot ondersteuning bij het gebruik hiervan voorwaardelijk voor effectieve toepassing. Daarom is een onderscheid gemaakt tussen tools die Zuydbreed worden aangeboden en ondersteund, en tools die decentraal in faculteiten en opleidingen zijn belegd. Daarnaast is er online een veelheid aan tools beschikbaar die docenten zelf kunnen inzetten. In deze laatste categorie wordt door Zuyd geen technische en functionele ondersteuning aangeboden, maar docenten kunnen deze tools wel inzetten in hun onderwijs. In het overzicht Onderwijstools worden deze tools gepresenteerd en nader toegelicht.

Centraal in het model staat het begrip reflectie. Dit verwijst ernaar dat de ontwerpcyclus niet alleen een cyclisch ontwerpproces als uitgangspunt neemt, maar bij elk van de acht stappen de ontwerpende docent dwingt kritisch naar de opbrengst van die stap te kijken, hierop te reflecteren en de ontwerpkeuzes die gemaakt worden goed te documenteren. In die zin bevordert de ontwerpcyclus vooral een onderzoekende houding bij docenten, die kan leiden tot een continue verbetering van de module.

Bij het structureren van de ontwerpkeuzes kan gebruik gemaakt worden van het spinnenweb van Van den Akker (2003). Een toelichting op het spinnenweb is te vinden op deze achtergrondpagina. Hier vind je ook vragen die helpen bij de reflectie op elke stap van de ontwerpcyclus.

 

Bronnen

Akker, J. van den. (2003). Curriculum perspectives: an introduction. In Curriculum landscape and trends. (pp. 1–10). https://doi.org/10.1007/978-94-017-1205-7_1

Van Merriënboer, J. J. G., & Kirschner, P. A. (2007). Ten steps to complex learning: A systematic approach to four-component instructional design. New York: Routledge.

Van Strien, P. J. (1986). Praktijk als wetenschap. Methodologie van het sociaal wetenschappelijk handelen. (Van Gorcum). Assen.

Zie ook het blogbericht over de introductie van de Onderwijs Ontwerpcyclus Zuyd

 

naar de 8 stappen van de ontwerpcyclus

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.